Assen

Marijke van den Broek heeft het een en ander opgezocht en op een rijtje gezet omtrent het chloortransport en het rampenplan wat daarbij zou moeten horen. Hier kunt u de sterke motivatie lezen van SP om door te blijven hameren op de onveiligheid van dit vervoer en waarom er een rampenplan en oefeningen nodig zijn.

In het Rampenplan van de gemeente Assen, staat:

Rampbestrijdingsplannen
Voor ieder naar aard, plaats en gevolgen voorzienbaar incident dient op grond van de Wet rampen en zware ongevallen een apart plan te worden gemaakt (art. 7). Hierin wordt ingegaan op de specifieke organisatie van de rampbestrijding en de te nemen maatregelen.

Voor een aantal risico veroorzakende objecten en activiteiten worden/zijn plannen gemaakt die toegesneden zijn op de specifieke rampbestrijding voor het betreffende object of activiteit. Dit zijn de zogenaamde rampbestrijdingsplannen.

Echter, op de pagina van de rampbestrijdingsplannen staat: Binnen de gemeente Assen bestaan in dit kader de volgende plannen:

• Calamiteitenplan Dutch TT

Het kan zijn dat het transport gevaarlijke stoffen, zowel per (vracht)auto, boot en/of trein, beschreven staat in het Risicobeheersplan van de Brandweer. Misschien denkt men wel, zoals AKZO het aangeeft: De chloortransporten zijn omgeven door veiligheidsmaatregelen. Het chloor wordt in speciale bloktreinen vervoerd en de trein mag niet worden gerangeerd.

Bovendien heeft het transport een vergunning van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en door de Provincie (dat moest wel, want dit soort vervoer is bij de wet verboden). Dus er is een risico, maar we hoeven het niet op te nemen in een rampenplan? Reden kan ook zijn, dat het gevaar van dergelijke transporten niet alleen Assen geldt, maar gemeentegrensoverschrijdend is; dus niet in een Assens rampenplan thuishoort.

Echter: bij Werkingssfeer staat dat het rampenplan geldt voor het gemeentelijk grondgebied. Een chloortreinramp in bijvoorbeeld het stationsgebied Assen, is dus onze calamiteit. Het gemeentegrensoverschrijdend karakter deed wel diverse burgemeesters de koppen bij elkaar steken: Zeven Groningse burgemeesters, met als woordvoerder burgemeester Wallage van Groningen-stad, stelden een Raamplan Chloor op. Daarin verklaarden zij dat brandweer en hulpverleners in geval van een chloorramp niets kunnen uitrichten. In stedelijk gebied houden zij rekening met 5.000 doden en 18.000 gewonden.

Het plan houdt alle veiligheidsmaatregelen nog eens goed tegen het licht om ze eventueel bij te stellen. In het rampenplan worden vijf situaties beschreven die zich kunnen voordoen na een catastrofe met een chloortrein.
Wallage: Zijn de risico's aanvaardbaar? Het overstijgt de verantwoordelijkheid van burgemeesters verre.

Ook Zwolle verklaarde: Geconstateerd kan worden dat de risico's niet beheersbaar zullen zijn voor de operationele diensten.

En op 13 februari 2001 wordt de chloortreinproblematiek besproken tussen de zes Drentse gemeenten aan de spoorlijn. Daarbij zijn dan ook de brandweercommandanten aanwezig. Dhr. Urlings, burgemeester van Hoogeveen, is woordvoerder. Deze besprekingen waren terecht, want, zoals Min. Pronk na de ramp in Enschede zei: Een ongeval met chloor zal in vergelijking met een ongeval in een vuurwerkopslagplaats, in een dichtbebouwde omgeving, een aanzienlijk groter aantal slachtoffers tot gevolg kunnen hebben.

Of zoals Min. Netelenbos opmerkte: Het meeste risico leveren vervoer met chloor, LPG en ammoniak op.

Laten we ons niet geruststellen door het voornemen van AKZO om te stoppen met de chloortransporten. Ze blijven door onze stad rijden tot 2006 en misschien ook (verminderd aantal) daarna. Nogmaals wil ik wijzen op het belang van een grootscheepse oefening, speciaal voor een ongeluk per spoor met chloor, ammoniak en/of LPG. Misschien in het bijzonder voor chloor, vanwege het bijzondere effect van deze stof: het blijft laag hangen. Omdat de trein's nachts door het stationsgebied rijdt, is een oefening in een dichtbevolkt gebied en in het donker de meest effectieve manier van oefenen. Dat hoeft niet midden in de nacht; in de winter is het aan het eind van de middag al donker.

In ieder geval hoop ik de noodzaak aangetoond te hebben van een speciale vermelding van een chloortreinongeluk in het Assens Rampenplan.

Marijke van den Broek